woensdag 16 januari 2013

R.W. de Koeijer, Geestelijke strijd bij de puriteinen. Een spiritualiteit-historisch onderzoek naar Engelse puriteinse geschriften in de periode 1587-1654

„The Christian is born a conquerer, the gates of hell shall not prevail against him.” Zo beschrijft de Engelse puritein William Gurnall de aangevochten gelovige. Een christen, hoe aangevochten hij ook wordt, mag weten dat de overwinning uiteindelijk gelegen is in het werk van drie-enige God. „Waarbij Gods verkiezende liefde, het werk van Christus in verzoening en voorbede, en de activiteit van de Geest fundamenteel zijn” (139), aldus R.W. de Koeijer.

In het voorjaar van 2010 promoveerde R.W. de Koeijer, hervormd predikant te Putten, aan de Universiteit van Utrecht op ‘geestelijke strijd bij de puriteinen’. Uitgeverij de Banier bracht zijn dissertatie in boekvorm op de markt. Het is een lijvig werk dat meer dan vierhonderd pagina’s telt. De lijst van primaire en secundaire literatuur die de auteur heeft bestudeerd, is indrukwekkend. Het heeft de predikant niet alleen de doctorstitel opgeleverd, maar ook een diep inzicht in het leven van de aangevochten gelovige.

William Perkins
Zelf noemt de Koeijer zijn studie een ‘spiritualiteit-historisch onderzoek’, aldus de ondertitel van zijn boek. Het eerste deel van zijn studie draagt meer een historisch karakter, het tweede een meer systematisch. In het derde deel worden conclusies getrokken. Voordat het eigenlijke thema wordt besproken, wordt eerst ingegaan op de reformatie in Engeland. De Koeijer: „In november 1534 kreeg de Reformatie in Engeland officieel zijn beslag, toen het parlement koning Hendrik VIII (1509-1547) erkende als Supreme Head  van de Engelse kerk. Daarmee was de verwerping van het pauselijke gezag en de breuk met Rome een feit.” (27) Deze beschrijvende lijn wordt voortgezet. Telkens plaatst de schrijver de te bespreken auteurs in hun historische context en beschrijft de ontwikkelingen binnen het puritanisme. Vaak blijken kerk, samenleving en regering nauw samen te hangen.

De puriteinen die De Koeijer bespreekt, vormen -naar eigen zeggen- ‘een representatieve selectie’. Hij begint met William Perkins die in 1587 een klein traktaatje schreef: A Dialogue containing the Conflicts betweene Sathan and the Christian. De Koeijer wijst op Perkins invloed binnen de onderwijsstad Cambridge, die hij ook wel de ‘bakermat van een stroom puriteinse verkondigers’ noemt. „Zo kunnen we Perkins beschouwen als de hoofdarchitect of geestelijk vader van de piëtistisch-puriteinse beweging, die door velen gevolgd werd” (57), zo concludeert De Koeijer. 
Naast de werken van Perkins –die betrekking hebben op de geestelijke strijd-  worden de werken van nog een achttal puriteinen besproken, te weten: William Gouge (1575-1563), John Downame († 1652), Thomas Brooks (1608-1680), William Gurnall (1616-1679), John Owen (1616-1683), Isaac Ambrose (1604-1664), Richard Gilpin (1625-1700) en John Bunyan (1628-1688). Telkens worden deze mannen geïntroduceerd door middel van een korte biografische en theologische schets. Vervolgens worden de werken besproken waarin zij de geestelijke strijd van de gelovige behandelen.

Existentieel
De geestelijke strijd, zoals die door De Koeijer wordt beschreven, is een existentieel gebeuren. Het gaat niet buiten de mens om. Sterker nog; in deze strijd staat de gelovige mens centraal. Afwisselend vormt hij het object en het subject van deze strijd. De gelovige is het die de strijd voert, maar ook degene die wordt bestreden. Het is eveneens een geestelijk gebeuren en maakt deel uit van de spiritualiteit zoals de puriteinen die kenden, getuige ook de ondertitel van De Koeijers dissertatie. De schrijver geeft aan het begin van zijn boek een tweetal definities van spiritualiteit. Allereerst noemt hij Alister McGrath. Volgens De Koeijer laat McGrath vooral de samenhang zien tussen „de fundamentele opvattingen van de christelijke religie en het geheel van daarop gebaseerde levenservaringen.” (12) En ten tweede noemt hij een definitie van professor A. de Reuver –De Koeijers promotor- die de verbinding legt tussen Woord en Geest. In de beschrijving van de geestelijke strijd, zoals die door de puriteinen werd ervaren, keert deze bipolariteit voortdurend terug. Woord, Geest en geestelijke strijd; hoe verhouden die zich tot elkaar?

R.W. de Koeijer noemt het als één van de kenmerkende noties voor puritanisme; de ‘voorbereidende genade’ (preparation of grace). Daaronder wordt verstaan dat de zondaar overtuigd wordt van zijn schuld en dat hij berouw krijgt over deze schuld. Het doel van deze voorbereidende genade is; de zondaar in de juiste positie te brengen om het heil te ontvangen. Hierin is de Heilige Geest werkzaam, Die de uiteindelijke gemeenschap met Christus (unio cum Christo) tot stand doet komen. De gemeenschap die wordt gewerkt door de weg van geloof en bekering. Met name op het punt van het geloof en de geloofszekerheid vindt die geestelijke strijd plaats. De satan, de wereld en het eigen vlees bestrijden de gelovige op alle fronten.

Pro me                                               
De vraag die bij het lezen rees, was vooral de vraag of de gelovige bij sommige puriteinse auteurs niet teveel op zichzelf wordt geworpen. Wordt het heil bij hen niet te subjectief en te weinig objectief benaderd? Met name als De Koeijer beschrijft hoe bij John Downame de verbinding ontstaat tussen de syllogismus praticus en de syllogismus mysticus. Wordt het Woord en het belofte- en genadekarakter van het Woord wel voldoende verdisconteerd? Het lijkt erop dat het werk van Christus en het werk van de Geest (teveel) uit elkaar worden getrokken. Toch wijst dezelfde Downame op het pro me-karakter van het evangelie. De aangevochten gelovige mag de beloften gelovig toe-eigenen. Downame: „Though therefore the promis of the Gospell be contained in generall proposition, yet may every faithfull man as certainly conclude, that they belong vnto him, as if the were particularly apllied vnto him by name.” (315) De Koeijer spreekt zelf over het ‘nochtans’- karakter van het geloof: „tegen alle ontmoedigende ervaringen in klemt het zich vast aan Gods betrouwbare beloften.” (348) Dergelijke opmerkingen geven de geestelijke strijd een meer objectief karakter, waarin gebed, schriftoverdenking en prediking een prominente plaats innemen. Bijzonder troostrijk is het overdenken van de lijdende Christus. Zijn lijden heeft voor de gelovige niet alleen een soteriologisch-, maar ook een exemplarisch karakter, dat de gelovige oproept tot navolging. Een gedachte die ook terug te vinden is bij enkele middeleeuwse mystici, maar ook zeer zeker bij de reformator Luther. In deel drie van zijn studie gaat De Koeijer hierop dan ook nader in.

Dr. De Koeijer heeft een boeiende studie geschreven, al had het geheel wat compacter gekund. Er is namelijk behoorlijk wat overlap tussen het historische en systematische deel van zijn studie. Wanneer in deel één een conclusie is getrokken, wordt deze in deel twee herhaald, om in een systematisch kader te worden geplaatst. Wellicht had dit voorkomen kunnen worden door een striktere scheiding te maken tussen het historische en het systematische deel. Het is echter bijzonder boeiend dat de onderzoeker lijnen trekt vanuit het verleden –vroege kerk, middeleeuwen en reformatie- naar het puritanisme van de zeventiende eeuw. Daarnaast is het boeiend hoe de schrijver in gesprek gaat met vakgenoten, daarin toont hij zich vakbekwaam. Wellicht dat de schrijver een populairwetenschappelijk werkje kan uitgeven, waarin hij de pastorale noties die hij heeft opgediept vruchtbaar kan maken voor de pastorale praktijk. Toegepast op het aangevochten geloofsleven. In navolging van de puriteinen.

R.W. de Koeijer, Geestelijke strijd bij de puriteinen. Een spiritualiteit-historisch onderzoek naar Engelse puriteinse geschriften in de periode 1587-1654, Uitgeverij De Banier, 447 blz., € 34,90

dinsdag 11 december 2012

Eric Metaxas, Bonhoeffer, Pastor, martelaar, profeet, spion


"Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht”. Deze dichtregels van H.M. van Randwijk hadden van Dietrich Bonhoeffer kunnen zijn. Voor ons ligt de lijvige biografie van Eric Metaxas over de bekende Duitse pastor, martelaar, profeet en spion. Het leest als een spannende roman. Het is bijzonder goed geschreven, een aanrader voor een ieder die zich wil verdiepen in de geschiedenis van Bonhoeffer, en daarmee de geschiedenis van Nazi-Duitsland.

Nachfolge
Dit indrukwekkende verslag gaat over een man die meer dan iemand anders beseft heeft wat het is om een navolger van Christus te zijn. Pas op de laatste bladzijden proef je de diepte van het “doven van het licht”. Bonhoeffer zit aan het eind van de oorlog gevangen met zestien anderen. Twee van de andere gevangen zijn oud-artsen van concentratiekampen, dr. Rascher en dr. Hoven, die op de een of andere manier toch zijn opgepakt. Door deze artsen werden de meest gruwelijke medische experimenten uitgevoerd. Gevangenen die buiten naakt moesten slapen in de vrieskou om te zien hoe lang het duurt voor een mens bevriest. Of gevangenen die een vacuüm ondergingen om te zien hoeveel druk een mens kan hebben. Te afschuwelijk voor woorden. Het is Bonhoeffer geweest die al lang voor de oorlog met een profetisch inzicht zag waarop het bewind van Hitler zou uitlopen. Dat het volgen van een man als Hitler uiteindelijk zou leiden tot een demonische wereld. Dit boek voert ons langs tal van plaatsen en personen. Ontmoetingen die Bonhoeffer hebben gevormd en beïnvloed. Allereerst is daar het gezin Bonhoeffer. Een aristocratische familie met vele contacten in de wereld van de wetenschap, de politiek en de kunst. Echter, met de kerk heeft de christelijke familie niet veel op. Het is opvallend dat Bonhoeffer er voor kiest om predikant te worden. Op universiteiten waar de Schriftkritische theologie wordt gedoceerd gaat Bonhoeffer onder invloed van Barth toch niet mee met de liberale theologie.

Wereldkerk
Twee reizen wil ik er in deze recensie uitlichten, omdat die een belangrijke wissel hebben gezet op het leven van Bonhoeffer. De eerste is een reis naar Rome. Hier ontmoet Bonhoeffer de wereldkerk. Hij is onder de indruk van de vele verschillende volken die zich verenigen in deze ene kerk. Hoewel hij later kritisch is op de leer van de Rooms Katholieke Kerk, zien we hier zijn belangstelling voor de oecumene toenemen. Bonhoeffer ziet in dit vroege stadium namelijk dat een volkskerk als in Duitsland een groot gevaar in zich heeft: Men kan een rassenkerk worden. Hier zien we het begin van het denken over de Bekennende Kirche. Een kerk van belijdende leden, die bereid  is het offer van de navolging te dragen. Bonhoeffer zei in een toespraak: “Vrede betekent dat men zich totaal onderwerpt aan Gods geboden. (…) Veldslagen worden gewonnen, niet met wapens, maar met God. Ze worden gewonnen als de weg naar het kruis leidt” (256). Niet iedereen in de Bekennende Kirche ging zo ver met hem mee. Later komt er ook verwijdering tussen hen en Bonhoeffer.
De tweede reis is die naar de Verenigde Staten. Hier komt hij in aanraking met de leegte van het vrijzinnig christendom. Hij verlangt naar diepgang, naar voeding voor zijn hart. Dan komt hij ds. Powell tegen. Deze zwarte opwekkingsprediker was actief tegen racisme en sprak vrijuit over de reddende kracht van Jezus Christus. Bonhoeffer ging negerliteratuur lezen en kwam onder de indruk van hun inbreng. Tegelijk verbaasde hij zich in de VS over het standsverschil tussen zwarten en blanken.

Theologisch
Onze waardering voor de biografie is groot. In heldere en prettig leesbare hoofdstukken ontmoeten we deze boeidende man. Echter, een vraag die bij het lezen naar boven kwam is de volgende: Waar staat Bonhoeffer theologisch? Deze biografie laat dit aspect onderbelicht. Hoe staat hij bijvoorbeeld ten opzichte van de Joden? Hier wordt heel kort op ingegaan. Ook de verhouding met Barths denken is niet duidelijk uitgediept. Het lijkt er op dat Bonhoeffer God en de geschiedenis als een eenheid wil beschouwen, zoals Pannenberg later zou uitwerken. Van het dualisme van Barth vinden we weinig terug. De fout die mensen vaak maken is: “We willen Christus zonder de wereld of de wereld zonder Christus. En in beide gevallen houden we onszelf voor de gek. Er zijn geen twee werkelijkheden, maar slechts één werkelijkheid van de wereld” (496). En waar is bij Bonhoeffer de notie van Christus' verzoenend lijden en sterven? Het had de biografie completer gemaakt wanneer hier meer aandacht voor was geweest.
Een ding komt in dit boek in ieder geval op indrukwekkende wijze naar voren. Dat is de radicaliteit van de navolging van Christus. Tot op de dood. Door het reislustige leven van Bonhoeffer heen zien we de onrust van zijn hart. Een demonische macht moet tot stoppen worden gebracht! Dat lukt uiteindelijk. Helaas niet door de pogingen van Bonhoeffer. Hitler pleegt zelfmoord. Maar het offer van Bonhoeffer wordt paradoxaal genoeg zijn weg naar vrijheid. De eeuwige vrijheid. Tijdens de rouwdienst onder leiding van zijn vriend Bell zingt de gemeente:
            For all te saints who from their labours rest,
            Who thee bij faith before the world confest,
            Thy Name, O Jesu, be forever blest.
            Alleluya! Alleluya!
Wie deze biografie zó leest, kan daar alleen maar verrijkt door worden.

Eric Metaxas, Bonhoeffer, Pastor, martelaar, profeet, spion, Uitgeverij Boekencentrum, 608 blz., € 32,50

maandag 19 november 2012

Huib de Vries, Eredienst aan huis

Een oud gezegde luidt als volgt: ‘Één Nederlander een theoloog, twee Nederlanders een kerk, drie Nederlanders een schisma.’ In de jongste pennenvrucht van Huib de Vries wordt de waarheid van dit gezegde opnieuw bevestigd. Echter ditmaal vanuit een verrassende hoek. Niet alleen bestaat er in kerkelijk Nederland een grote verdeeldheid. Ook onder hen die de eredienst thuis proberen vorm te geven is er grote verdeeldheid. Een thuislezer, die aan bod komt in het boek, verwoordt het als volgt: ‘Er kunnen er bijna geen twee samengaan. Door de hoogmoed, daar komt sinds het paradijs alle narigheid uit voort.’ (86) Deze weerbarstige werkelijkheid komt goed uit de verf in het boek. Thuislezers en gezelschapsmensen vertellen openhartig over hun eigen ervaringen, worstelingen, vreugde en verdriet. Het doel van dit boek is tweeërlei. Allereerst wil de auteur een platform bieden voor mensen die normaliter voor de (kerkelijke) buitenwereld geen stem hebben. Ten tweede stelt de auteur de eerlijke vraag wat wij kunnen leren van thuislezers en gezelschapsmensen. Deze benadering is zeker niet vanzelfsprekend gezien de bejegening waar sommige thuislezers in het verleden mee te maken hebben gehad. Dit wil echter niet zeggen dat de auteur zich bewust afzijdig houdt. In zijn woord vooraf schetst hij in het kort hoe hij zijn ontmoeting met thuislezers ervaren heeft en hoe hij zelf in deze materie staat. Zijn openheid en het vermelden van ‘zijn agenda’ is prijzenswaardig. 

Een groot pluspunt van dit boek is de heldere opzet en structuur. Zo wordt de lezer meegenomen van thuislezers die dit nog steeds praktiseren naar hen die zijn teruggekeerd naar de kerk. Vervolgens wordt het gezelschapsleven uit de doeken gedaan en is er een evaluerend gesprek met een drietal hervormde predikanten. Voor hen die weinig kennis hebben van de kerkgeschiedenis biedt het laatste hoofdstuk uitkomst. Hier wordt in het kort uiteen gezet waar de thuislezers en gezelschapsmensen vandaan komen. Dit maakt het boek voor een breed publiek toegankelijk. 

Het voordeel van dit boek, namelijk dat ervaringsdeskundigen aan het woord komen, is tevens het nadeel. De auteur heeft een selectie moeten maken uit het materiaal wat hij heeft verzamelt. Dit levert zo nu en dan vragen op. Als lezer vraag je je bijvoorbeeld af waar bepaalde gebruiken en uitdrukkingen vandaan komen. Omwille van de ruimte gaat het boek daar niet verder op in. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de auteur geen (kritische) vragen heeft gesteld bij sommige inzichten van de thuislezers. Het had interessant geweest om hier een korte reflectie op te geven. Ook een systematisch ecclesiologische waardering van het fenomeen thuislezen was welkom geweest. Vanuit Godsdienstpsychologisch- en Godsdienstwetenschappelijk oogpunt is dit boek zeer interessant en zeker een aanwinst. Er ligt hier nog veel onontgonnen terrein wat het waard is om onderzocht te worden. Aangezien de auteur blijk heeft gegeven ‘thuis’ te zijn in de wereld van de thuislezers, zouden wij een tweede, verdiepend deel van harte toejuichen! Het is hem in dit boek gelukt om uit een wirwar van meningen toch een duidelijk beeld over hedendaagse thuislezers en gezelschapsmensen te schetsen. En dat is een prestatie op zich! 

Huib de Vries, Eredienst aan huis, De verrassende wereld van thuislezers en gezelschapsmensen, Uitgeverij De Banier, 2012, 239 blz., €14,90, paperback.