"Een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en
goed verliezen, dan dooft het licht”. Deze dichtregels van H.M. van
Randwijk hadden van Dietrich Bonhoeffer kunnen zijn. Voor ons ligt de lijvige
biografie van Eric Metaxas over de bekende Duitse pastor, martelaar, profeet en
spion. Het leest als een spannende roman. Het is bijzonder goed geschreven, een
aanrader voor een ieder die zich wil verdiepen in de geschiedenis van
Bonhoeffer, en daarmee de geschiedenis van Nazi-Duitsland.
Nachfolge
Dit
indrukwekkende verslag gaat over een man die meer dan iemand anders beseft
heeft wat het is om een navolger van Christus te zijn. Pas op de laatste
bladzijden proef je de diepte van het “doven van het licht”. Bonhoeffer zit aan
het eind van de oorlog gevangen met zestien anderen. Twee van de andere
gevangen zijn oud-artsen van concentratiekampen, dr. Rascher en dr. Hoven, die
op de een of andere manier toch zijn opgepakt. Door deze artsen werden de meest
gruwelijke medische experimenten uitgevoerd. Gevangenen die buiten naakt
moesten slapen in de vrieskou om te zien hoe lang het duurt voor een mens
bevriest. Of gevangenen die een vacuüm ondergingen om te zien hoeveel druk een
mens kan hebben. Te afschuwelijk voor woorden. Het is Bonhoeffer geweest die al
lang voor de oorlog met een profetisch inzicht zag waarop het bewind van Hitler
zou uitlopen. Dat het volgen van een man als Hitler uiteindelijk zou leiden tot
een demonische wereld. Dit boek voert ons langs tal van plaatsen en personen.
Ontmoetingen die Bonhoeffer hebben gevormd en beïnvloed. Allereerst is daar het
gezin Bonhoeffer. Een aristocratische familie met vele contacten in de wereld
van de wetenschap, de politiek en de kunst. Echter, met de kerk heeft de
christelijke familie niet veel op. Het is opvallend dat Bonhoeffer er voor
kiest om predikant te worden. Op universiteiten waar de Schriftkritische theologie
wordt gedoceerd gaat Bonhoeffer onder invloed van Barth toch niet mee met de
liberale theologie.
Wereldkerk
Twee
reizen wil ik er in deze recensie uitlichten, omdat die een belangrijke wissel
hebben gezet op het leven van Bonhoeffer. De eerste is een reis naar Rome. Hier
ontmoet Bonhoeffer de wereldkerk. Hij is onder de indruk van de vele
verschillende volken die zich verenigen in deze ene kerk. Hoewel hij later
kritisch is op de leer van de Rooms Katholieke Kerk, zien we hier zijn
belangstelling voor de oecumene toenemen. Bonhoeffer ziet in dit vroege stadium
namelijk dat een volkskerk als in Duitsland een groot gevaar in zich heeft: Men
kan een rassenkerk worden. Hier zien we het begin van het denken over de Bekennende Kirche. Een kerk van belijdende
leden, die bereid is het offer van de
navolging te dragen. Bonhoeffer zei in een toespraak: “Vrede betekent dat men
zich totaal onderwerpt aan Gods geboden. (…) Veldslagen worden gewonnen, niet
met wapens, maar met God. Ze worden gewonnen als de weg naar het kruis leidt”
(256). Niet iedereen in de Bekennende
Kirche ging zo ver met hem mee. Later komt er ook verwijdering tussen hen
en Bonhoeffer.
De
tweede reis is die naar de Verenigde Staten. Hier komt hij in aanraking met de
leegte van het vrijzinnig christendom. Hij verlangt naar diepgang, naar voeding
voor zijn hart. Dan komt hij ds. Powell tegen. Deze zwarte opwekkingsprediker
was actief tegen racisme en sprak vrijuit over de reddende kracht van Jezus
Christus. Bonhoeffer ging negerliteratuur lezen en kwam onder de indruk van hun
inbreng. Tegelijk verbaasde hij zich in de VS over het standsverschil tussen
zwarten en blanken.
Theologisch
Onze
waardering voor de biografie is groot. In heldere en prettig leesbare
hoofdstukken ontmoeten we deze boeidende man. Echter, een vraag die bij het
lezen naar boven kwam is de volgende: Waar staat Bonhoeffer theologisch? Deze
biografie laat dit aspect onderbelicht. Hoe staat hij bijvoorbeeld ten opzichte
van de Joden? Hier wordt heel kort op ingegaan. Ook de verhouding met Barths
denken is niet duidelijk uitgediept. Het lijkt er op dat Bonhoeffer God en de
geschiedenis als een eenheid wil beschouwen, zoals Pannenberg later zou
uitwerken. Van het dualisme van Barth vinden we weinig terug. De fout die mensen
vaak maken is: “We willen Christus zonder de wereld of de wereld zonder
Christus. En in beide gevallen houden we onszelf voor de gek. Er zijn geen twee
werkelijkheden, maar slechts één werkelijkheid van de wereld” (496). En waar is
bij Bonhoeffer de notie van Christus' verzoenend lijden en sterven? Het had de
biografie completer gemaakt wanneer hier meer aandacht voor was geweest.
Een
ding komt in dit boek in ieder geval op indrukwekkende wijze naar voren. Dat is
de radicaliteit van de navolging van Christus. Tot op de dood. Door het
reislustige leven van Bonhoeffer heen zien we de onrust van zijn hart. Een
demonische macht moet tot stoppen worden gebracht! Dat lukt uiteindelijk.
Helaas niet door de pogingen van Bonhoeffer. Hitler pleegt zelfmoord. Maar het
offer van Bonhoeffer wordt paradoxaal genoeg zijn weg naar vrijheid. De eeuwige
vrijheid. Tijdens de rouwdienst onder leiding van zijn vriend Bell zingt de
gemeente:
For
all te saints who from their labours rest,
Who
thee bij faith before the world confest,
Thy
Name, O Jesu, be forever blest.
Alleluya! Alleluya!
Wie
deze biografie zó leest, kan daar alleen maar verrijkt door worden.