De stroom aan publicaties rondom het onderwerp kerk en Israël zal wel nooit opdrogen. De artikelenbundel Meervoudig Verbonden is er opnieuw één in de reeks. Het heeft de veelbelovende ondertitel 'nieuwe perspectieven op de vragen rond kerk, Israël en de Palestijnen.' Het boek zelf laat vooral de complexiteit zien van de huidige discussie rond dit thema die er binnen de kerk is. De titel meervoudig verbonden geeft dit al aan. In het boek komen verschillende auteurs aan het woord met elk hun eigen visie. Dit schuurt soms, maar dit mag ook, aldus Meijer in de inleiding. De artikelen zelf vormen volgens hem zo al een begin van het gesprek (8). Met het woord 'gesprek' is ook de insteek van het boek getypeerd. In aansluiting op een postmoderne hermeneutiek probeert men vooral het gesprek te zoeken. Het onderlinge gesprek tussen de verschillende lezers van de Bijbel om zo de verbondenheid te vinden. In dit kader wordt daarom ook elk artikel afgesloten met een aantal gespreksvragen.
Het eerste deel van het boek 'Grondlijnen' laat twee perspectieven zien. Twee grondlijnen die onderling schuren en elkaar eigenlijk uitsluiten. De eerste komen we tegen in de eerste twee artikelen. We horen daar van een een postmoderne hermeneutische zoektocht naar eenheid, waarbij vooral woorden als autoriteit en uitsluiting uit den boze zijn. In het eerste, van elders overgenomen artikel, schets Shaul Magid de Bijbeltekst als een tekst die voortgekomen is uit meningsverschil en subversie, als een tegenstrijdig document. De Bijbel is 'een eeuwenoude, revolutionaire controversiële lappendeken van ongelijksoortige oude wijsheid, die maar niet wil verdwijnen' (23). Hij spreekt over 'de bloedige daad van canonisatie' (24) waarin er een heilig boek, of eigenlijk meerdere heilige boeken, werden gefabriceerd. 'De grimmigheid van uitsluiting ligt ten grondslag aan het heilige'(21). Magid pleit voor een erkenning van en terugkeer naar het subversieve karakter van de Bijbel, vóór het proces van canonisatie. Alleen zo kan de Bijbel volgens hem nog wat bijdragen in de huidige discussie. Klaas Spronk sluit in het tweede artikel bij deze benadering aan. Hij benadrukt de ruimte die zo ontstaat om de Bijbeltekst niet alleen te lezen als bevestiging van het eigen gelijk, maar juist als tegenstem. Problematisch in deze grondlijn is wat mij betreft het feit dat hiermee het de Schrift zelf als autoriteit het zwijgen wordt opgelegd. Geheel in lijn met de postmoderne hermeneutiek leggen beide auteurs de nadruk op de lezer en zijn subjectiviteit. De waarheidsclaim dat de eigen uitleg de ware uitleg is lijkt voor hen de kern van het probleem en zal moeten worden losgelaten. De andere twee artikelen uit het eerste deel van de bundel lijken een tegenstem hiertegen te vormen. In beide artikelen wordt gezocht naar ruimte binnen de uitleg van de Schrift. Het eerste artikel is opnieuw een van elders overgenomen artikel van Robert Jenson, het tweede sluit hierbij aan en is van de hand van Arjan Plaisier. Beiden zoeken naar de ruimte die de Schrift zelf biedt in zijn uitleg en lijken hiermee dus een aan de eerste grondlijn tegengestelde hermeneutische uitgangspositie te kiezen. In het tweede deel 'Perspectieven' worden in zes korte bijdragen de lijnen uit het eerste deel doorgetrokken. Het gaat dan om de vraag naar de relatie met Israël, de Palestijnse christenen, de islam en de politiek. Bijdragen die opnieuw stuk voor stuk de complexiteit van de discussie laten zien en eigenlijk geen van alle definitieve antwoorden geven. Misschien omdat dit laatste ook wel niet mogelijk is.
Al met al laat het boek vooral de zoektocht zien, allereerst naar een verbondenheid met Israël en de Palestijnen, maar misschien nog wel belangrijker, ook naar een onderlinge verbondenheid van de kerk zelf rondom deze vragen. Men wil opzoek naar een richting die verder brengt, naar nieuwe perspectieven, naar een diepere onderlinge basis van verbondenheid. Het boek zelf is echter getuige van de moeilijkheid van deze opgave. Als men eerlijk is dan is men hierin helaas niet geslaagd. Verder dan een gesprek met meer vragen dan antwoorden komt men niet. Het gesprek alleen lijkt mij echter niet voldoende. Ooit moet men tot antwoorden komen en wie antwoorden geeft, sluit andere antwoorden uit. Wie het boek gelezen heeft blijft dan ook vooral met veel vragen zitten. Of zou dat misschien juist het winstpunt kunnen zijn? Duidelijk wordt in ieder geval dat de discussie nog niet ten einde is en misschien ook wel nooit zal eindigen.