Word vernieuwd. Het is heel bewust, dat dr. W. van Vlastuin heeft gekozen voor deze titel. Passief, omdat het heil van Gods Koninkrijk in Christus op verborgen wijze reeds present is. Een imperatief, omdat dit heil geëffectueerd moet worden. Met deze zinnen is het nieuwe boek van Van Vlastuin misschien wel het meest gekarakteriseerd. Een boek over de theologie van persoonlijke vernieuwing. Het gaat dan over de verhouding tussen rechtvaardiging en heiliging. Hoe zit dat tussen deze twee? Een vraag die in de geschiedenis van de theologie al eeuwenlang een strijdpunt oplevert. Een van de kernhoofdstukken waaraan dan gedacht wordt is Romeinen 7. Wie is de 'ellendige mens' daar? Is dat de Paulus die in Christus geheiligd is? Of is dit de Paulus van voor zijn bekering? Toen hij als een vervolger de gemeente probeerde op te sporen en uit te roeien? We hebben het hier over een zeer actueel onderwerp. Het gaat uiteindelijk om de vraag hoe de heiliging gestalte krijgt in het leven van de gelovige. Of een mens wordt steeds minder in eigen oog (Kohlbrugge), of een mens mag actief werken aan een heilig leven? Of steeds groter zondaar worden, of steeds heiliger. Van Vlastuin ziet er alle reden toe om te kiezen voor de eerste optie, de ellendige mens is de bekeerde Paulus.
Het is kenmerkend voor de schrijver hoe hij met deze problematiek om gaat. Van Vlastuin behandelt vele theologen. Beginnend bij de Vroege Kerk (m.n. Augustinus), via de Middeleeuwen naar de Reformatie. Dan steekt hij meestal over naar de puriteinse traditie, waar meer nadruk ligt op levensheiliging. En hoewel we bij de schrijver een voorliefde proeven voor de puriteinse radicaliteit van het navolgen van Christus, komt hij uiteindelijk toch weer terecht in de reformatorische theologie. Een voorbeeld hiervan is de waardering voor de Heidelbergse Catechismus ten opzichte van de Westminster Confession. Dan gaat de schrijver zijn voorkeur toch uit naar de eerste.
Een van de grootste vondsten van dit boek is denk ik het centrale thema. Van Vlastuin behandelt de gehele problematiek vanuit het denken over de 'unio mystica'. Dit is de innerlijke geloofsband aan Christus. 'Christus droeg onze ongerechtigheid, opdat wij Zijn gerechtigheid zouden ontvangen' (82). En: 'Wij worden door het geloof betrokken bij de geschiedenis van Jezus' (82). Van Vlastuin houdt vast aan de kruisgestalte van het heil, het gaat hier om de verzoening, maar wijst er tegelijkertijd op dat de opstanding eveneens een realiteit is. En dat dit ook zichtbaar moet worden in het leven van een christen. Vanuit de 'unio mystica' is het heil al aanwezig. Het ligt in het eschaton al vast, hoewel hier wordt geleefd in het 'nog niet'. Op deze wijze weet Van Vlastuin op twee wijzen te spreken over het heil: Als rechtvaardiging én als vernieuwing.
Van Vlastuin haalt vele theologen aan. Het boek is erg onderwijzend geschreven, waarbij na elk hoofdstuk de balans wordt opgemaakt. De eigen mening van de schrijver klinkt tussendoor steeds uiterst genuanceerd. Dat brengt de discussie in rustig vaarwater. Soms zou je willen dat de schrijver zijn mening nadrukkelijker gaf, of af en toe iets scherper zou formuleren. Dit vergroot de discussie. Een ding staat echter vast: dit rustige vaarwater is wel diep gegrond in de kerkgeschiedenis.
W. van Vlastuin, Word vernieuwd, een theologie van persoonlijke vernieuwing, Kok, Kampen, 415 blz. € 23,95.