De naam van Calvijn zal wel voor
altijd verbonden blijven met de leer van de verkiezing. Het verwijt dat in zijn
dagen gemaakt werd galmt nog altijd na. Zijn leer van dubbele predestinatie
maakt God tot de bewerker van het kwaad en de mens tot een willoos slachtoffer
van Goddelijke willekeur. Het misverstand bestaat nog steeds dat Calvijn de
uitvinder zou zijn van deze leer. Niets is minder waar. De Reformator staat in
een lange traditie die begint in de Vroege Kerk en vertelt derhalve niets
nieuws. In de Reformatie kwam deze leer weer in de belangstelling te staan. Het
vormde het fundament voor die andere Reformatorische ontdekking, de leer van
vrije genade. Om deze reden stelt ook Calvijn deze leer in zijn Institutie aan
de orde. Juist hier werd hij echter hard op aangevallen.
Strijd om de leer van de verkiezing
Zijn belangrijkste
tegenstrever is Jérôme Bolsec. Op 16 oktober 1551, onderbreekt deze plotseling
een congegration (een bijeenkomst van
alle predikanten uit Geneve) en begint de verkiezingsleer van Calvijn aan te
vallen. Calvijn, die niet aanwezig is, wordt opgeroepen en dient hem van
repliek. Bolsec wordt eerst gearresteerd en later uit de stad verbannen. In
reactie op zijn aantijgingen wordt in de congregation
van 18 december 1551, door Calvijn zijn leer van de verkiezing uiteengezet en
verdedigd. De hier uitgesproken tekst diende als de Consensus Genevensis (de Consensus van Genève) en werd in 1562
uitgegeven. In 1552 werd De Aeterna Dei
Praedestinatione (De eeuwige voorbeschikking Gods) uitgegeven. Opnieuw
verdedigt Calvijn hierin zijn zienswijze, ditmaal met een meer polemische
toonzetting. Ook in de verschillende edities van de Institutie bleven de
hoofdstukken over de verkiezing uitdijen. Steeds meer wordt Calvijn gedwongen
zich uit te spreken over het mysterie van de verkiezing. Onbedoeld werd Calvijn
zo de man van de verkiezingsleer en blijft zijn naam voor altijd hiermee
verbonden. Wie de vraag stelt naar de verkiezing kan dan ook niet om Calvijn
heen.
Aanvulling
De doorgaande belangstelling voor
de vraag naar de verkiezing zal ongetwijfeld de reden geweest zijn voor
uitgeverij Boom om De eeuwige
voorbeschikking Gods uit te geven. In de meeste gevallen kennen we de leer
van de verkiezing van Calvijn alleen uit de Institutie. In vier hoofdstukken
spreekt hij daar over de verkiezing. In deze nieuwe uitgave wordt Calvijn
echter opnieuw aan het woord gelaten. De uitgave zelf is, zoals we van Boom
gewend zijn, prachtig uitgegeven. In harde kaft, met een mooie bladspiegel en
een leeslint. Na een historische inleiding door dr. W. Balke, komt Calvijn zelf
in drie, of eigenlijk vier, bijdragen aan het woord. Allereerst vinden we een
Nederlandse vertaling van de bovengenoemde Consensus van Genève. Gevolgd door 'de
eeuwige voorbeschikking Gods' uit 1552. Dit traktaat is nu voor het eerst in het
Nederlands vertaald vormt de hoofdmoot van het boek. Tenslotte zijn er ook nog
twee preken opgenomen over 2 Tim. 1: 8-10, beiden gehouden op 5 mei 1555. De
vertaling is gebaseerd op de kritische uitgave en de originele paginanummering
is in de kantlijn opgenomen. Ook vinden we een tekstregister. De waarde van
deze uitgave ligt er vooral in dat ze een aanvulling is op wat we van Calvijn
kennen in de Institutie.
Verkiezing als houvast
Wie het leest moet echter niet
verwachten een andere Calvijn aan te treffen dan in de Institutie. Ook hier
komen we, de leer van de dubbele predestinatie tegen, waarbij hij neigt naar
een gelijkstelling van verkiezing en verwerping. Aldus dr. W. Balke in de
inleiding, is Calvijn hierbij 'wellicht' een theologische grens overgegaan.
Gedwongen door de polemiek heeft hij zich 'wellicht' meer ingedrongen in het
mysterie van de verkiezing dan gewenst. Direct wijst Balke erop dat verkiezing
voor Calvijn echter nooit een kille rekensom is, maar vooral teken van Gods
trouw. Hij is de eerste die de verkiezing niet vanuit de Godsleer, maar vanuit
de christologie ontvouwt. Centraal in het denken van Calvijn staat de
verwondering en dankbaarheid dat God, ondanks de zonde, de mens redt en zalig maakt.
Juist hier kan de nieuwe uitgave als een belangrijke aanvulling dienen. In de
consensus van Genève, daterend uit 1551, zien we hoe het mysterie nog veel meer
een mysterie wordt gelaten. Hoe het draait om de trouw van God en de fundering
van de leer van vrije genade. Vergeleken met de Institutie is het een kort en
krachtig betoog. Ook de twee preken die opgenomen zijn vormen een nuttige
aanvulling. In de beide preken zien de pastorale spits en praktische inbedding
van de verkiezingsleer van Calvijn. Hier wordt de theorie van de verkiezing
geplaatst in de praktijk van een vluchtelingengemeente. Het leert dat het in de
verkiezingsleer niet gaat om nodeloos speculeren of indringen in Gods
mysteries. Het gaat om de waarborging van Gods vrije genade. Het gaat om
geloofszekerheid te midden van veel aanvechting. Waar het hele bestaan op losse
schroeven komt te staan, daar is de verkiezende God het laatste houvast.
Tenslotte
Over de verkiezing zal voorlopig
nog niet het laatste woord gezegd zijn. Ook over de vraag naar Calvijn en de
verkiezing zal nog vaak worden gesproken. Wie zich een mening hierover wil
vormen kan niet om deze uitgave heen. Calvijns werken over de verkiezing
verdienen het om niet zomaar aan de kant te worden gelegd. De vragen die hij
stelt kunnen niet genegeerd worden. De argumenten niet zomaar terzijde worden
gelegd. Wie zich enigszins in Calvijn verdiept zal al snel zien dat het verwijt
van Goddelijke willekeur in ieder geval onterecht is. In lijn met de kerk der
eeuwen is het hem te doen om de trouw van God en het heil van de mens. Calvijn
was ervan overtuigd: 'als men de uitverkiezing door God tenietdoet, dan kan het
evangelie niet worden gepredikt.'
Johannes Calvijn, De eeuwige voorbeschikking Gods, Uitgeverij Boom: Amsterdam 2009. 222 blz. € 38,00