zaterdag 15 september 2012

H.J. de Bie, Bijbelse theologie van het OT vanuit de gereformeerde traditie.

Laat ik direct maar beginnen bij wat voor mij de grootste waarde is van dit boek. Dat is de methode van bijbelse theologie die De Bie opzet en uitwerkt. Hoewel bescheidenheid het boek kenmerkt, zoals we dat in de titel lezen, mag dit toch wel een grote winst genoemd worden voor de wetenschap van de bijbelse theologie. 

Bijbelse theologie 
Een groot gedeelte van de bijbelse theologie heeft zich immers qua methodologie sterk laten beïnvloeden door een opvatting van de geschiedenis, die de theologie van de Bijbel in een strakke mal heeft gestopt. Om niet dogmatisch bezig te zijn gingen bijbelse theologen op zoek naar een meer wetenschappelijke methode. Deze vonden ze in de geschiedenisopvatting zoals die al te vinden is bij vroege denkers uit de Verlichting, en wel het meest invloedrijk is uitgewerkt door Hegel. Haar axioma is dat we te doen hebben met ontwikkeling, niet zomaar, maar een positieve ontwikkeling. De Bie merkt dan ook op dat men geen oog had voor de tekst, maar slechts voor de historische ontwikkeling van de godsdienst van Israël. (23) Waar het christendom gezien werd als de hoogste vorm van godsdienst, werd dit idee ook gebruikt voor de bijbelse theologie. Binnen de Bijbel zag men ook een ontwikkeling Abraham met zijn nomadengodsdienst, tot Jezus als de grote openbaarder, waar de ethiek zijn hoogtepunt bereikt. Ontwikkeling als grondlijn lijkt haast niet weg te denken. Vandaag de dag zien we dat nog steeds bij iemand als Brueggemann. Hij legt veel nadruk op de tekstanalyse, maar uiteindelijk is de ontwikkeling de grondlijn. Het getuigenis ontwikkelt zich bijvoorbeeld van werkwoord tot zelfstandig naamwoord. Er is veel reden om kritisch te kijken naar dit centraal stellen van de historische ontwikkeling van de godsdienst. Op zijn minst vanwege de grote vooronderstelling van de progressiviteit. 
De Bie komt dan ook met een andere methode om de Bijbel te lezen. Hij wil zich concentreren op de tekst. Juist deze beweging naar de tekst van de Bijbel waardeer ik. Hoewel ik hierbij ook nog wel enkele vragen heb, maar die volgen hieronder. Eerst wil ik laten zien hoe De Bie de tekst als uitgangspunt neemt. In de eerste plaats kiest hij fundamenteel voor de synchrone exegese. In dat opzicht is zijn benadering dan ook canoniek te noemen. Dat blijkt ook uit de opmerkingen die hij vooraf maakt. Hij gaat uit van de eenheid van de canon en het gezag van de Tenach in plaats van de Septuagint. (15) Dit betekent dus dat De Bie zowel kan ingaan op de theologie van bijbelverzen, op de theologie van bijbelboeken, de theologie van het Oude Testament, als ook op de theologie van de Bijbel als geheel. De eenheid staat bij hem voorop. Dit is een bijzonder grote vooronderstelling waar zijn verdere methode dan ook op stoelt. 
De Bie biedt een ‘wegennet’ aan om zo de route te doorlopen naar een bijbelse theologie. Zoals gezegd is de tekst van de Bijbel het uitgangspunt en hij tracht dan ook zijn methode hieraan te ontlenen. Dit betekent dat hij gebruik maakt van zeven perspectieven waarmee hij verschillende facetten van de tekst voor het voetlicht plaatst. Dit zijn zowel perspectieven met een hele brede blik, als perspectieven die zich richten op kleinere onderdelen van de Bijbel. Het zijn de grondstructuren (samenhang OT en NT); koppelingen (verbindingen tussen bijbelgedeelten); associatie in woordgebruik; assonantie; tekstpatronen (theologische structuren); speerpunten (de toespitsing van de Tenach op een punt); en als zevende, kernwoorden (woorden die bijbelse verbanden laten zien). (25) 
Met deze perspectieven benadert De Bie vervolgens alle boeken van de Bijbel, daarbij de kleine profeten gezamenlijk. Het aantal pagina’s laat al zien dat het boek voor een bijbelse theologie wat dunnetjes is. De Bie geeft een uitvoerige analyse van drie belangrijke boeken uit het OT, namelijk Genesis, Leviticus en Jesaja. Alle perspectieven werkt hij uit om de theologie van de boeken duidelijk te maken. Zo komen bij het punt grondstructuren van Jesaja de citaten van het bijbelboek in het NT aan de orde. (59-67) Het mag duidelijk zijn dat de hoeveelheid informatie die naar boven komt teveel zou zijn om bij elk bijbelboek allemaal te noteren. Vandaar dat De Bie bij de andere boeken slechts de belangrijkste uitkomsten noemt. In dat opzicht blijft het boek natuurlijk ook een uitnodiging. We krijgen gereedschap aangereikt om vervolgens ook zelf te gaan schatgraven! 

Vanuit de gereformeerde traditie 
Zoals de titel aangeeft wil De Bie theologie bedrijven uit de gereformeerd perspectief. Dit impliceert immers ook zijn canonieke benadering. De Tenach is OT omdat de Heere Jezus dit heeft aangegeven. (15) Het gehele onderzoek is dan ook specifiek gericht op de wijze hoe het OT verbonden is met Jezus. Vandaar ook een keuze voor Jesaja, die niet voor niets de vijfde evangelist wordt genoemd. 
Enkele oergereformeerde thema’s komen terug in de analyse die De Bie geeft van het OT. Belangrijk is natuurlijk de heilsgeschiedenis. (269v) Juist het OT laat zien dat God telkens weer verder gaat en uiteindelijk in Jezus al het heil geeft. Dit heeft natuurlijk ook alles te maken met verbond. (271v) Het verbond is zo ook een sterke lijn die aangeeft hoe het OT vervulling vindt in Jezus. Bijvoorbeeld omtrent de heilsteksten van Jeremia, als God spreekt over het vergeven van de ongerechtigheden en het niet meer denken aan de zonden. Zo wordt het spreken over het verbond ook een van de grote lijnen tussen OT en NT. 
In het bijzonder is het gereformeerde aspect te vinden in de slotwoorden die De Bie schrijft. “In Tenach structureert de heilsgeschiedenis het geloof in drie hoofdmomenten: ellende, verlossing en dankbaarheid (…). Tenach is open, niet alleen naar Israël, ook naar de ‘heidenvolken’. Het biedt in vogelvlucht nu al een groots panorama. Dat belooft wat voor de toekomst!” (280) Juist deze drie stukken van de Heidelberger ziet De Bie telkens weer terug in het OT, juist ook in haar verbinding met het NT. 

Een aanzet en uitnodiging 
Zoals boven al geschreven wil het boek niet compleet zijn en heeft De Bie hiermee ook niet alles gezegd. Het is in dat opzicht slechts een aanzet en uitnodiging. Het zou ook mooi zijn als wat hier voor ons ligt verder wordt uitgewerkt. Misschien er dan ook antwoord gegeven kan worden op enkele vragen die ik nog had na het lezen van BTOT. De vragen die ik wil noemen hebben betrekking op het begin van het boek, en zo op haar beginselen. 
In de eerste plaats vraag ik me af of een canonieke positie gereformeerd kan zijn. De Bie zelf bezigt deze term niet, maar het lijkt er wel op. Voor hem is Jezus Degene Die de canonieke status van het Oude Testament laat zien. “Voor Hem is de canon een gesloten eenheid.” (15) Hij spreekt namelijk over de Wet en de Profeten. Hier is veel mee gezegd, maar in ieder geval ook dat het niet langer gaat om de joodse Bijbel, maar de christelijke, dus een canonieke benadering vanuit de geloofsgemeenschap. Moet de Bijbel, in dit geval het OT, niet eerst voor zichzelf spreken? Om het met Graafland te zeggen, de volgorde is toch: Bijbels en daarom gereformeerd? Dan is er ook ruimte voor het tegoed van het OT. Daarbij, juist de vraag naar wat de canon inhoudt is volgens Childs de hoofdvraag van de bijbelse theologie. 
Ten tweede vraag ik me af waarom de verwijzing van Jezus, als van de brieven, naar de ‘Schriften’ doorslaggevend is om de Septuagint niet als uitgangspunt te nemen. Juist in de brieven wordt overvloedig verwezen naar de Septuagint. In het bijzonder ook als het gaat om dat vijfde evangelie van Jesaja. Het is niet voor niets dat een van de hoofdconclusies van Stuhlmachers bijbelse theologie luidt dat de Septuagint bij de canon zou moeten horen. 
Ten derde vraag ik me af of de eenheid niet veel te veel overheerst. Niet alleen van het OT, maar ook in haar verbinding met het NT. Om nog een nieuwtestamenticus erbij te halen, Matera neemt juist de spanning tussen eenheid en diversiteit als de leidraad voor zijn bijbelse theologie. Wat die diversiteit betekent wordt helaas niet uitgewerkt. Daar komt dan nog de spanning van continuïteit en discontinuïteit van OT en NT bij. 
Dit zijn zo enkele vragen waar wat mijn betreft de uitnodiging van de titel naar mag uitgaan. Andere bijbels theologen laten zien dat deze keuzes lang niet vanzelfsprekend zijn. 

Slotbeschouwing 
Het is goed om ten slotte stil te staan bij de waarde van dit boek. Ik denk dat dit juist voor iedereen een aanwinst kan zijn. De Bie geeft ons vergezichten in de Bijbel, diept de grote verbanden uit en zet het OT in het perspectief van Jezus Christus. Voor meditatief bijbellezen is dit van groot belang. Het is allemaal informatie die je niet vindt in commentaren en waar jezelf ook niet zo snel opkomt. Maar voor een serieuze omgang met de Bijbel mag deze informatie natuurlijk niet ontbreken. 
Het gaat hierbij niet alleen om de grote lijnen. Ook van de losse, maar rake, opmerkingen kunnen we veel leren. Dit is hierboven wat ondergesneeuwd, dus nog twee voorbeelden. “Christus is niet gekomen om de Wet ‘af te schaffen’ (…), maar om te vervullen, dat is van kracht te verklaren voor de hele wereld (Matth. 5:17).” (103) “Het ‘Ik’-woord van God domineert de ‘Tien Woorden’ (…). Hoor je echt Zijn stem ‘Ik ben er’, dan doe je gewoon wat Hij zegt (…).” (112) Een goede aanrader voor wie zich in de Bijbel wil verdiepen! 

H.J. de Bie, Bijbelse theologie van het Oude Testament vanuit de gereformeerde traditie. Een aanzet en uitnodiging. Groen, Heereveen 2011, 352 blz. €39,95.