vrijdag 1 maart 2013

Arnold Huijgen, John Fesko en Aleida Siller (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus



De keurvorst van de Palts, Frederik III, zal op 19 januari 1563, toen hij door zijn handtekening de Heidelbergse Catechismus officieel bekrachtigde, niet hebben kunnen vermoeden dat 450 jaar later, ergens in de Nederlanden, een handboek zou verschijnen over dezelfde catechismus. En toch is dit precies wat er gebeurd is. Het catechetisch leerboek uit de Palts is in die jaren uitgegroeid tot een belangrijk confessioneel document, waar velen nog elke dag troost uit putten. Hoe kan het dat dit ene werkje te midden van vele anderen, zoveel invloed heeft gekregen dat het 450 jaar na dato de komst van een handboek rechtvaardigt? En wat is de relevantie van die oude catechismus voor vandaag? Om deze twee vragen draait het eigenlijk in het Handboek Heidelbergse Catechismus. 

Aanleiding en opzet 
Het handboek is verschenen onder redactie van Arnold Huijgen, John Fesko en Aleida Siller. Directe aanleiding is het 450-jarig bestaan van de Heidelbergse Catechismus. Het is uitgegeven bij uitgeverij Kok, in samenwerking met de stichting Refo 500. Ten opzichte van eerder verschenen handboeken wil dit boek allereerst een overzicht bieden van de laatste resultaten van het historisch en theologisch onderzoek. Ten tweede wil het ook de actualiteit en de relevantie van de catechismus voor vandaag benadrukken. Deze beide zaken samen rechtvaardigen aldus de samenstellers het verschijnen van een nieuw handboek Heidelbergse Catechismus. 
Het boek is samengesteld uit vierendertig artikelen geschreven door een totaal van zesendertig verschillende auteurs uit Nederland, Amerika en Duitsland. De artikelen zijn ingedeeld in drie delen. Allereerst een historisch deel, waarbij in veertien artikelen, de achtergrond, het ontstaan en de receptie van de catechismus wordt besproken. Opvallend is hierin het artikel over het auteurschap, waarin vooral de these verdedigd wordt dat de totstandkoming een teamproject was. In de tweede plaats een theologisch deel waarin de Heidelberger op een aantal theologisch thema's wordt onderzocht. Dit bevat ook een interessant artikel getiteld 'thema's waar de HC over zwijgt.' Tenslotte volgt er in de derde plaats een praktisch deel. Hierin een zestal artikelen over onder andere de rol van de catechismus bij het geloofsonderwijs en in de prediking. Het boek sluit af met een artikel over relevantie van de Heidelbergse Catechismus van de hand van de belangrijkste redacteuren Arnold Huijgen en John Fesko. Met de opzet van het boek heeft men gepoogd de hele breedte van onderzoek naar de Heidelberger weer te geven en zich niet beperkt tot bijvoorbeeld alleen het historische aspect. In eerdere studies uit Apeldoorn werd een soortgelijke insteek gekozen. Studies over onder andere de doop en het avondmaal kenden eveneens de opzet van een historisch, theologisch en praktisch deel. Het lijkt erop alsof deze opzet, na eerder succes, hier opnieuw is toegepast. 

Wetenschappelijk, internationaal en leesbaar 
Wetenschappelijk, internationaal en leesbaar, dat pretendeert het boek te zijn. Aan de hand van deze drie woorden willen we dit boek aan een nader onderzoek onderwerpen. Allereerst wat betreft het wetenschappelijke. Bij het samenstellen heeft men gepoogd om de grootste kenners van de catechismus samen te brengen, die elk vanuit hun eigen specialisme de catechismus belichten. Dit maakt dat er een breed palet aan auteurs en onderwerpen voorbijkomen. Het handboek presenteert zo de laatste stand van zaken in het onderzoek naar de catechismus. Veel nieuw onderzoek moet men dan ook niet verwachten in dit handboek. Wat men krijgt is een samenbundeling van het meest recente onderzoek, dat los van elkaar ook elders te vinden zal zijn. Dit is mijns inziens ook het grootste winstpunt van dit handboek: een snelle toegang tot het meest recente onderzoek. Achter elk hoofdstuk is een literatuuroverzicht toegevoegd waar de geïnteresseerde lezer meer kan vinden. Dit maakt het handboek tot een goed beginpunt van verder studie. Dit 'overzichtskarakter' van het boek heeft overigens ook nadelen. Sommige artikelen uit het historisch deel krijgen hierdoor wel een wat encyclopedisch karakter. Soms krijgen we weinig meer dan een opsomming van de vele edities en uitgaven uit een bepaalde tijdsperiode, met een analyse van één alinea. Voor de meeste lezers zal dit minder relevant zijn. Overigens zijn niet in alle gevallen de auteurs op de hoogte van elkaars werk. Zo spreekt Op 't Hof in zijn bijdrage over Ursinus als degene die een verklaring van de catechismus heeft opgesteld (102), terwijl in een eerder artikel werd aangetoond dat het bekende Schatboek juist niet door hemzelf is opgesteld, maar slechts gebaseerd op een aantal collegedictaten (86). 

In de tweede plaats het internationale karakter. Dit komt naar voren in het feit dat men naast deze Nederlandse versie ook een Duitse en Engelstalige editie in voorbereiding heeft. De meewerkende auteurs, zesendertig in totaal, vormen zelf ook een internationaal gezelschap. Vijftien komen uit het Nederlandse taalveld, twaalf uit het Duitse taalveld en negen uit de Engelstalige wereld. Dit geeft direct al iets aan van het verspreidingsgebied en huidige waardering van de catechismus uit Heidelberg. In een aantal artikelen in het historische deel wordt deze verspreiding en huidige waardering overigens uitgebreid voor het voetlicht gehaald. Hier dus expliciet niet alleen aandacht voor de Nederlandse context, maar ook voor de context daarbuiten. Al ligt de focus wel op Nederland, omdat juist daar de catechismus van zo'n grote invloed is geweest en nog steeds is. 

Ten derde pretendeert het handboek ook leesbaar te zijn. Met leesbaar bedoelt men dat het eveneens geschikt is voor een breder publiek dan alleen theologen. Om deze reden bevat het boek geen voetnoten, wel vinden we literatuurverwijzingen in de tekst zelf en aan het einde van elk hoofdstuk. De meeste artikelen zijn ook voor minder ingeleide lezers goed te volgen. Ook voor wat betreft de lengte van de artikelen is gelet op de leesbaarheid. Elk artikel bestaat uit iets meer dan tien bladzijden, dit maakt het ook voor de moderne, snel afgeleide, lezers goed behapbaar. 

Tenslotte 
Een algemeen oordeel vormen over de inhoud van een samengesteld handboek is nog niet zo eenvoudig. De bijdragen verschillen qua relevantie, niveau en leesbaarheid. Wat opvalt bij al de auteurs is de positieve insteek die men kiest. De auteurs dragen de catechismus een warm hart toe, zo is te merken. Het is dus geen kritisch handboek geworden, maar vooral een positief handboek dat vanuit een binnenperspectief de relevantie van de catechismus wil benadrukken en dienstbaar aan de kerkelijke praktijk waarin de catechismus nog steeds functioneert. Van hieruit bezien is het handboek zeker geslaagd. Wie de catechismus in de praktijk gebruikt, zal vaak even naar dit handboek grijpen voor een snel overzicht van belangrijkste thema's en discussies. Een uitgebreid naam- en zaakregister, alsmede een register op de vragen en antwoorden van de Heidelbergse Catechismus, maken het nog meer toegankelijk. Jammer is het dat een structuuroverzicht en -analyse van de catechismus ontbreekt.

Arnold Huijgen, John Fesko en Aleida Siller (red.), Handboek Heidelbergse Catechismus, Kok, Kampen,  447 blz., € 49,50