De titel van de bundel is trefzeker gekozen: ‘Ora et Labora’.
Bidden en werken. Het is de auteurs te doen om het christenleven in de
praktijk. Heel terecht is daarom gekozen voor een min-of-meer biografische
opzet. Twaalf opstellen of portretten waarin de spiritualiteit van heel diverse
mensen wordt belicht.
In de woorden voorafgaand aan de opstellen wordt duidelijk gemaakt dat
christelijke spiritualiteit een veelomvattend begrip is. Velen denken aan
contemplatie en ascese, waarin de gelovige zich geheel en al kan verliezen.
Begrippen als bevinding, vroomheid, devotie en godzaligheid hebben dan ook een
bepaalde bijklank die al snel geassocieerd wordt met dogmatisme en verstarring.
„Zijn deze begrippen niet totaal achterhaald?”, zo klinkt het vaak. Tegelijkertijd
wint spiritualiteit aan populariteit. Het geloof moet beleefd en geleefd
worden. In de inleiding wordt wel gesproken over het christelijke leven als de
weg van de barmhartige Samaritaan. Het betonen van naastenliefde als het summum
van geloven. Een zekere spanning is in deze houding niet te ontkennen. Schuilt
in deze opvatting niet het gevaar dat de gelovige zich te veel gaat richten op
het ‘hiernumaals’, dan op het hiernamaals, zoals G.J. Schutte het verwoordt.
Deze houding is vooral na verlichting op te merken. Spiritualiteit ging geheel
op in de ethiek. Uiteraard zijn er voortdurend mentaliteitsveranderingen op te
merken. Een beweging als de Nadere Reformatie had zeer zeker oog voor het
aardse bestaan, maar ging daar zeer zeker niet in op. Deze stroming binnen het
gereformeerd piëtisme wordt veeleer gekenmerkt door een sobere, introverte en
ascetische levenshouding. Een van haar vertegenwoordigers –Jodocus van
Lodenstein (1620-1677)– dichtte niet voor niets: ‘Hier beneden is het niet’.
Het Réveil
Tegelijkertijd moet opgemerkt worden dat het horizontale en verticale
aspect van geloven elkaar niet hoeven uit te sluiten. De Réveilbeweging in het
Nederland van de negentiende eeuw vormt hiervan een goed voorbeeld. Opvallend
is de doorwerking van dit negentiende-eeuwse Reveil. Wie de bijdragen uit deze
bundel leest, wordt hierdoor getroffen. Veel geportretteerde personen hebben
hun geestelijke wortels in deze beweging waarin persoonlijke vroomheid en
dogmatische belijndheid samengaan. Hun spiritualiteit is echter geenszins
uniform te noemen. De vroomheid van de negentiende-eeuwse Amsterdamse
bierbrouwer Willem Hovy (1840-1915) put evenals die van de schrijfster Wilma
(1873-1967) en dichtster Corrie ten Boom (1892-1983) uit dezelfde bron. Toch
gaan in de praktijk der godzaligheid hun wegen behoorlijk uiteen.
‘Echt gereformeerd leven’ en dus ‘echte geformeerde spiritualiteit’
was voor Hovy te vatten in drie kenmerken: dogmatische belijndheid,
piëtistische vroomheid en een eigen levensstijl, aldus Rolf van der Woude in
zijn bijdrage. Het is echter de genade die deze drie kenmerken verbindt. Van
der Woude illustreert dit prachtig aan de hand van de vele schermutselingen die
er waren tussen Hovy en de grote voorman van de Neo-calvinisten; Abraham Kuyper
(1837-1920). Hovy moest telkens erkennen, nadat God zijn hoogmoedige hart had
gebroken, dat hij slechts door genade kon leven.
Die andere erfgename van het Réveil, de schrijfster Wilma, wordt door
Otto Dubois scherp geportretteerd. Zij groeide op in de sfeer van deze
vroomheid en ‘de edelste figuren’ onder hen had zij nog persoonlijk gekend. Over
de vraag wat de blijvende waarde van haar spiritualiteit is geweest, is Dubois
duidelijk: „Naar onze mening ligt deze in haar zuivere vormgeving van het
lijden […]” (175). Haar enorme concentratie op de persoon van Christus, die de
weg ‘van lijden naar heerlijkheid’ ging. In dezen toont zij, zo wordt door O.W.
Dubois terecht opgemerkt, verwantschap met de ethische theoloog J.H. Gunning
jr. (1829-1905). Lijden en zelfverloochening kenmerken hun beider levens.
Vrome vrouwen
Die concentratie op de persoon van Christus was overigens al te vinden
in de middeleeuwse vroomheid, zoals deze is beschreven in het artikel over de
godsvriendinnen Gertrud von Ortenberg en Heilke von Staufenberg door Anneke B.
Mulder en in het artikel over Salome Sticken (ca. 1369-1449) door Mathilde van
Dijk. Overigens is de verklaring van de eerste, waarom juist vrouwen een
prominente plaats innamen binnen diverse middeleeuwse vroomheidsbewegingen, plausibel
te noemen: „Zij zochten naar meer actieve vormen van vroomheidsbeleving dan de
rituelen van de Kerk hen boden –waar zij immers in de rol van passieve en
afhankelijke ondeskundigen werden gedrukt.” (15) Buiten de wegen van het
instituut kerk werd er naar sluipwegen gezocht en juist in de middeleeuwse stad
zijn hiervan uitingsvormen terug te vinden. Aan het einde van haar bijdrage
komt de docente Middeleeuwse Geschiedenis en Mediaevistiek dan ook tot de
definiëring van een nieuw type van religieus leven; de ‘ascetic domestic
household’. Hiermee wordt de ascetisch levende niet-monastieke lekenvrouw
onderscheiden van de Begijn en de kloosterzusters. Kenmerkend voor de ‘ascetic
domestic household’ wordt de mengvorm van contemplatie en sociale actie.
Naast de genoemde middeleeuwse mystica’s, moet ook de naam van Anna
Marie van Schurman (1607-1678) genoemd worden. Deze vrouw neemt eveneens een
voorname plaats in binnen de spiritualiteitshistorie. Deze buitengewoon
begaafde dame die vele talen beheerste, volgde als eerste vrouw colleges aan de
Illustere Hogeschool van Utrecht waar de bekende Gisbertus Voetius (1589-1676)
doceerde in de theologie. Later zou er bij haar een grote spanning optreden
tussen de scientia (wetenschap) en de pietas (vroomheid). Het
evenwicht dat zij onder Voetius bereikte zou door Jean de Labadie (1610-1674) verstoord
worden. Interessant is de opmerking over het verschil in vroomheid tussen man
en vrouw, die Pieta van Beek in haar artikel maakt. Waarin verschillen Anna
Maria en haar broer Johan Godschalk van elkaar? Had ook hij de overgang naar
het Labadisme gemaakt? Pieta van Beek, groot kenner van Anna Marie van
Schurman, schrijft in haar artikel dat zij de kans groot acht. Hun
spiritualiteit was immers zo innig verwant. Van Beek valt dan ook Fred van
Lieburg bij wanneer hij stelt dat vroomheid geen sekse kent.
‘Schoot der vroomheid’
Naarmate men in de tijd vordert, culmineren er steeds meer stromingen
in één persoon. Tal van vroomheidsbewegingen oefenen hun invloed uit op de
vrome. In het spirituele portret dat door J.D.Th. Wassenaar wordt geschetst van
de Friese theoloog O. Noordmans (1871-1951) wordt dit goed zichtbaar. De
theologie en ook de spiritualiteit van Noordmans is niet op één noemer te
brengen. Zijn godsdienstige afkomst moet gezocht worden in het (Friese) Réveil,
maar ook H.F. Kohlbrugge (1803-1875) en Noordmans’ leermeester J.H. Gunning jr.
hebben hem diepgaand beïnvloed. Daarnaast moet ook Noordmans’ ‘streng
puriteinse opvoeding’ genoemd worden als bepalende factor. Een levensstijl
waarmee Noordmans zich sterk vereenzelvigd heeft. Dat was naar eigen zeggen de
grondstemming in het ouderlijk huis. Dat was voor hem de kerk als ‘schoot der
vroomheid’, waarin zijn theologie was ingebed. Deze ernst, maar ook de eenvoud,
de zonde en de genade, die Noordmans’ theologie kenmerken, is terug te vinden
in zijn gehele oeuvre. Vaak in terloopse zinnetjes waarin iets voelbaar wordt
van zijn diepe mystiek, soms expliciet verwoord. Noordmans spiritualiteit wordt
–evenals het gehele leven– gekenmerkt door aanvechting en diepte. Zijn vriend
K.H. Miskotte (1894-1976) kon dat beamen. Hij verloor kort na elkaar zijn dochter en vrouw.
De woorden die Noordmans hem tot vertroosting schreef, tonen iets van Noordmans’
spiritualiteit van diepte en aanvechting: „Dat Hij op deze wijze met ons moet
verkeren, daarin ligt zijnerzijds een diepe smart verborgen, die de onze op
oneindige wijze overtreft en waarin Hij onze droefheid op een wondere manier
zich laat oplossen en versmelten.” (157)
Dit is met recht christelijke spiritualiteit in de praktijk.
J. van Amersfoort, P. van Beek en G.J. Schutte (red.), Ora et
Labora. Twaalf opstellen over christelijke spiritualiteit in de praktijk.
[Serta Historica IX]. Uitgeverij Verloren: Hilversum (2014), 213 blz. € 19,-
[ISBN: 978-90-8704-429-9]