donderdag 28 juni 2012

A. de Reuver, Aangevochten geloof bij Luther, Calvijn en Kohlbrugge

Luther verhaalde eens over een zwaar aangevochten gelovige die in het gebed tot God riep: „’O, God, waarom vecht U mij zo aan?’ Het antwoord luidde: ‘Anders kan ik je niet zaligmaken’.” De reformator wist waarover hij sprak als hij het had over aanvechting. Evenals Calvijn en Kohlbrugge trouwens. Bij deze drie heeft dr. A. de Reuver zijn oor te luisteren gelegd om vervolgens uit te delen.

Professor De Reuver, emeritus-hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme, is nog niet moe om te luisteren naar het getuigenis van deze drie. Al eerder publiceerde hij in de Studium Generale-reeks over doop en avondmaal bij Luther, Calvijn en Kohlbrugge. Weer geeft hij een luisteroefening. Het zijn niet zijn eigen gedachten, het is hun worsteling die De Reuver aan de lezer meegeeft. Van alle drie? Luther en Kohlbrugge staan bekend om hun aangevochten geloof. De duivel die Luther op de hielen zat. Kohlbrugge die tegenslag op tegenslag te verduren kreeg. Echter; Calvijn staat toch bekend als die ‘onwrikbare’ en ‘onvervaarde geloofsheld’? De Reuver: „Hoe divers het karakter, de context en de levensgang van het genoemde drietal ook waren, zij lazen alle drie dezelfde Bijbel, volgden dezelfde Meester en ontdekten alle drie aan den lijve dat de weg achter Hem steevast een kruisweg is.

Kruis
De Reuver begint met de reformator Martin Luther (1483-1546). Aan hem besteedt hij ook de meeste aandacht. Door hem te karakteriseren en te plaatsen in zijn historische context wil de schrijver doordringen tot deze bijzondere theoloog. „Hij was een kwetsbaar mens, met een labiele gezondheid naar lichaam en geest. Een persoonlijkheid vol spanningen”, aldus De Reuver. Het Europees huis was gedeeld, de Turken stonden aan de poort van Europa, voortdurend was Luther op de vlucht voor vervolgingen. „Deze contextuele en biografische factoren zijn stellig van invloed geweest op Luthers gestage aandacht voor de geloofsaanvechting”, concludeert de auteur. In al Luthers werken komt die aanvechting aan de orde. In zijn preken, tafelredenen en collegedictaten. Geloofsaanvechting was voor Luther existentiële nood.

De aanvechting wordt door prof. De Reuver geplaatst in een groter kader. Aanvechting en geloof zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Luther stelt: „Wie geen crucianus (kruisdrager) is, die is geen christianus (christen).” Een dienstknecht is niet meer dan zijn Meester. Het leven van de christen wordt getekend door het kruis. Als pelgrim die op weg is naar een beter vaderland, voert zijn kruisweg dwars door lijden en sterven heen. Het kruis waaraan Christus verzoening bracht voor de Zijnen wordt voor de gelovige ‘het kruis ter navolging’. „Wie Hem [d.i. Christus] leert kennen en volgen, gaat delen in Zijn lijden en wordt naar Zijn beeld gevormd”, aldus De Reuver.

Nochtans
„Is Calvijn niet veel meer de theoloog van het ongeschokte geloof in de beloften?”, zo vraagt dr. De Reuver zich af in de inleiding op het hoofdstuk over Johannes Calvijn (1509-1564). De beantwoording van deze vraag is bevestigend. Zeker gezien Calvijns definitie van het geloof. Hij legt veel nadruk op Gods beloften in Christus. Toch kende Calvijn eenzelfde existentiële worsteling als Luther. Dit blijkt met name uit zijn brieven en Psalmencommentaar. „Het geloof hoort Gods belofte, maar ziet van de vervulling vaak weinig of niets. Voor de zintuiglijke waarneming komt de harde realiteit zelfs in flagrante botsing met Gods beloften”, aldus De Reuver.

Iemand voor wie deze schijnbare tegenstelling tussen belofte en werkelijkheid ook realiteit was, is H.F. Kohlbrugge (1803-1875). Zijn leven werd gekenmerkt door tegenslagen, zowel in zijn persoonlijk en ambtelijk leven als in zijn geloofsleven. Juist doordat de gelovige alleen Gods beloften heeft –die ‘ogenschijnlijk’ alle vervulling missen– wordt de gelovige door aanvechting geplaagd. Het antwoord dat de Elberfeldse pastor op deze aanvechting geeft, bestaat uit één woordje: ‘nochtans!’. Over dit adagium merkt de Reuver op: „Het nochtans van het geloof mist iedere grond in eigen daden en gevoelens, maar heeft zijn grond uitsluitend in ‘wat God gedaan heeft en wat Hij belooft’.” Luther, Calvijn en Kohlbrugge, ze kenden eenzelfde worsteling. Misschien wel de worsteling van alle gelovigen. 

A. de Reuver, Aangevochten geloof bij Luther, Calvijn en Kohlbrugge, uitgeverij Groen, Heerenveen 2011, 111 blz. € 7,50. Paperback.