vrijdag 8 juni 2012

C.S. Lewis, Varensporen en olifanten

C.S. Lewis (1898-1963) geniet in Nederland een grote bekendheid en populariteit. Met zijn werken trekt hij een zeer groot en gevarieerd publiek dat hem leest en waardeert. De bekendste van zijn werken zijn ook, soms al meerdere malen, in het Nederlands vertaald. Naast deze bekende werken heeft Lewis echter nog meer geschreven, dat in kwaliteit vaak niet onder doet voor zijn andere werk. Veel hiervan was echter tot nu toe nog nooit in het Nederlands vertaald. Met deze bundel is hier een begin mee gemaakt. Het boek is een   vertaling van een Engelse essaybundel getiteld Christian Reflections. Deze bundel werd voor het eerst in 1967 uitgegeven en is samengesteld door zijn vroegere secretaris Walter Hooper. Het bevat veertien essays over uiteenlopende zaken, zoals cultuur, literatuur, kerkmuziek, geschiedenis en ethiek. Het betreffen in de meeste gevallen artikelen voor tijdschriften of lezingen die hij ooit heeft gehouden. De titel van de Nederlandse vertaling is ontleend aan een van de essays uit de bundel, met dezelfde titel. Het is een voordracht die hij heeft gehouden voor een groep theologiestudenten. Lewis noemt zichzelf hier een blatend schaap tussen schaapherders, maar dan wel een schaap dat misschien dingen tegen de herders kan vertellen die alleen een schaap kan vertellen (253).

De vertaling zelf is verzorgd door Arend Smilde, die al meerdere boeken van Lewis vertaald heeft, onder andere Brieven uit de hel en Onversneden Christendom. Naast een inleiding, waarin hij kort alle essays bespreekt, heeft hij ook een betrekkelijk uitgebreid deel met aantekeningen toegevoegd. Hierin geeft hij een toelichting op sommige woorden of begrippen die Lewis gebruikt en men vindt er ook de bronvermelding van de citaten uit de tekst. Deze citaten (zowel Engels, Duits als Latijn) zijn meestal onvertaald gelaten, de vertaling vindt men in de meeste gevallen bij de aantekeningen. In sommige gevallen is er in het geheel geen vertaling opgenomen, dit komt vooral voor bij citaten uit de Engelse literatuur.

Als we vervolgens naar de inhoud van de essays kijken, valt op dat deze, evenals veel van zijn andere werken, nagenoeg altijd helder, duidelijk, logisch en overtuigend zijn. Het onderwerp dat hij bespreekt, wordt stap voor stap verkend en ontvouwen. De voorbeelden die hij geeft uit het dagelijks leven zijn aansprekend en verhelderend. Men denkt als het ware met Lewis mee en wordt zo steeds verder in het onderwerp ingeleid, de wendingen die hij maakt zijn bijna altijd verrassend maar zelden onlogisch. De begrippen die hij gebruikt worden helder gedefinieerd en onderscheiden. Zo begint hij bijvoorbeeld zijn essay over historisme met een heldere definitie van wat hij verstaat onder het woord ‘historisme’, wat een historist is en welke vormen van historisme er zijn. Als hij het vervolgens over ‘geschiedenis’ heeft onderscheid hij zes betekenissen van dit woord. Voor elk van de betekenissen gaat hij na in hoeverre dit betrekking heeft op historisme (180). Deze heldere, eenvoudige en logische redeneertrant is, denk ik, een van de punten waarom Lewis zo populair is.

Het nadeel van de essaybundel is dat het veel herhaling bevat ten opzichte van zijn andere werk. Wie zijn andere boeken kent, zal in sommige essays niets nieuws vinden. Anderzijds kan juist deze herhaling soms verhelderend werken, aangezien hij hetzelfde in net wat andere bewoordingen zegt. Een voorbeeld hiervan zijn de essays ‘over ethiek’ (89) en ‘het subjectivistisch venijn’ (131), deze beide essays hebben inhoudelijk een grote overeenkomst met De afschaffing van de mens. In de essays zal men dan ook niets nieuws aantreffen ten opzichte van dit boek, maar toch zijn deze essays niet overbodig. Ze kunnen juist verhelderend werken en in de essays komen bepaalde ideeën soms helderder naar voren dan in het boek, daarnaast geven ze beknopt weer waar het Lewis om gaat. De vertaler zegt in zijn inleiding: ‘een van de genoegens van het Lewis-lezen [is] nu juist dat deze schrijver op een onderhoudende en zelfs inspirerende manier steeds hetzelfde zegt. Wie plezier in zijn boeken heeft, zal ook plezier in die herhalingen hebben’ (10). Ik denk dat hij hierin gelijk heeft. De kracht van Lewis ligt dan ook niet in zijn originaliteit maar in het feit dat hij juist oude waarheden op een nieuwe en verassende manier onder woorden brengt. Ook in deze essaybundel is dat het geval.

C.S. Lewis, Varensporen en olifanten, Kok, Kampen, 2006, 319 blz., prijs € 24,50, gebonden.